Ook bij de opnamen voor Alles blijft anders, het album dat eind februari verschijnt, mocht ik een kijkje nemen in de studio. Het verhaal verscheen zaterdag 9 oktober 2010 in de PZC. En ik had een videocamera bij me.
De trofeeënwand in de Hansa Tonstudio in Berlijn verraadt maar een fractie van de roemruchte geschiedenis van het gebouw. Geen spoor van de internationale popsterren die er albums opnamen, een gouden plaat van Depeche Mode (The singles '81-'85) uitgezonderd. De muur is gestoffeerd met onderscheidingen van Duitse artiesten als Falco en vooral Peter Maffay. Terwijl muziekliefhebbers de Meistersaal, zoals het gebouw in de Köthenerstrasse heet, vooral associëren met U2 en David Bowie. ,,De studio werd the hall by the wall genoemd", vertelt technicus Conrad Hensel. ,,Het schijnt dat David Bowie het prachtig vond om uit het raam naar de Berlijnse muur en de Oost-Duitse soldaten te kijken."
Tegenwoordig is het uitzicht saaier, maar de locatie is er alleen maar beter op geworden. Om de hoek ligt de Potsdamer Platz, waar de afgelopen twee decennia het nieuwe stadscentrum is verrezen, en op een steenworp afstand ligt de hippe wijk Kreuzberg. Nog altijd weten beroemde artiesten de Hansa Tonstudio te vinden. Snow Patrol nam er A hundred million suns op en REM heeft er net opnamen voor een nieuw album afgerond.
Om plaats te maken voor de Nederlandstalige popgroep Bløf die er twaalf dagen aan een stuk heeft gewerkt aan een album dat volgend voorjaar moet verschijnen. Na de akoestische albums Oktober en April wil de groep nu met een stoer rockalbum voor de dag komen, aldus bassist en tekstschrijver Peter Slager. ,,Het is even klaar met het aaien van de drums." De nieuwe plaat moet stads klinken en daarom is gezocht naar een stadse omgeving. ,,Een studio in de Nederlandse polder vonden we niet passen bij wat deze plaat moet uitdrukken."
Aanvankelijk was een optie genomen op de Brusselse ICP Studio waar ook Boven en Watermakers zijn gemaakt. Toen die op de gewenste data niet beschikbaar bleek, ging de keuze tussen de Electric Ladyland Studio in New York, Abbey Road in Londen en de Hansa Tonstudio in Berlijn, stuk voor stuk locaties met een roemruchte historie. ,,Dat we kiezen voor een beroemde studio is niet voor niets", verklaart toetsenist/gitarist Bas Kennis. ,,Dan weet je dat de apparatuur goed is en dat de technici hun vak verstaan. En natuurlijk is het een mooi verhaal dat U2 hier Achtung Baby heeft opgenomen, dat de mannen van Depeche Mode hier dronken door de dakgoot kropen en dat REM hier net geweest is. Popmuziek is altijd gebaat bij een goed verhaal."
De nieuwe plaat zal er wellicht niet anders door klinken, redeneert drummer Norman Bonink, maar ook voor hem maakt dat de geschiedenis niet onbelangrijk. ,,Als ik mij realiseer dat de drummer van Snow Patrol op precies dezelfde plek heeft gezeten als ik, dan inspireert mij dat. Muziek is gevoel en muzikanten zijn gevoelsmensen."
New York bleek uiteindelijk onpraktisch en Londen te duur, zodat het Berlijn is geworden. ,,Eigenlijk is de ICP Studio beter geoutilleerd dan deze", zegt Slager. ,,Toch zijn we blij dat we hier terecht zijn gekomen. We wilden ons afzonderen en dan is Brussel nog iets te dicht bij Middelburg. We kunnen hier niet weg, waardoor de concentratie veel groter is. We doen hier niks anders dan muziek opnemen, van 's morgens een uur of tien tot middernacht."
Vrijwel geen tijd dus om Berlijn te bekijken, maar volgens Slager hoeven de bandleden 'niet in een open dubbeldekker de stad te doorkruisen' om de sfeer op te pikken. Dat gebeurt ongemerkt, geeft ook Bonink aan, bijvoorbeeld als hij 's ochtends hardloopt. ,,Ik ren zo langs de Brandenburger Tor en dan de Tiergarten in. Onbewust neem je die indrukken mee de studio in."
Assistent-technicus Hensel had tot enkele weken geleden nooit van Bløf gehoord. Hij associeert de groep totaal niet met de Nederlandse polder. ,,Hun sound is internationaal. Ik vind het geweldig dat ze geen Engelse teksten schrijven. Ze drukken zich uit in de taal die ze het beste ligt. In Duitsland zie je veel bands die in het Engels zingen, omdat ze internationaal hopen door te breken, maar juist daardoor klinken ze eerder provinciaal. Ik zie hier geen andere band rondlopen dan toen REM er was, behalve dat die wel heel veel extra apparatuur en personeel hadden meegenomen."
De twintigjarige technicus, die een whizkid blijkt op het computerprogramma ProTools, prijst juist de natuurlijkheid van de muziek van Bløf. ,,Ze maken handmade muziek. Ik ben er niet bij geweest, maar je merkt dat ze hun nummers componeren op gitaar en piano. Tegenwoordig is dat zeldzaam. Deze studio is voor hen een hulpmiddel, niet het belangrijkste instrument. Ik heb eigenlijk geen liedje gehoord waar dingen in zitten waar ik niet van hou. Het is allemaal erg goed gearrangeerd, vind ik."
Het opnameproces in de Hansa Tonstudio blijkt een georganiseerde chaos. Een strakke planning moet er voor zorgen dat na twaalf dagen vrijwel alle instrumenten zijn opgenomen, enkele zangpartijen kunnen later thuis nog worden toegevoegd. Tegelijkertijd moet tegemoet worden gekomen aan de wensen van de muzikanten. Zanger Paskal Jakobsen is de ene keer beter bij stem dan de andere, arrangementen worden op het laatste moment omgegooid, teksten aangepast. Niet alles gebeurt gezamenlijk. Als Bonink en Slager in de grote studioruimte drum- en baspartijen inspelen, werkt Kennis in een andere ruimte zijn pianopartijen uit of monteert Jakobsen uit vier verschillende takes een definitieve zangpartij in elkaar. En wie even niets te doen heeft lummelt in de ontvangstruimte, meestal met een laptop op schoot. Het terug luisteren gebeurt wel gezamenlijk, waarbij geen detail de oren van de muzikanten en hun technici lijkt te ontgaan. Zodat het kan gebeuren dat een afgewerkte zangpartij van het indrukwekkende nummer 'Wachten op de dag' 's avonds laat wordt weggegooid en Jakobsen de tekst meteen opnieuw inzingt. De meeste liedjes klinken energiek en stevig, alsof de groep zich heeft voorgenomen het pad te verkennen dat ooit is ingeslagen met 'Hier', een van de energiekste rocknummers uit het eigen oeuvre. Hoewel de bandleden geen geheim maken van hun huidige inspiratiebronnen - U2, Snow Patrol, Kings of Leon, Black Crowes - klinkt elk liedje toch vertrouwd. Bløf, maar met een flinke dosis peper.
Er is een behoefte om weer als jonge honden te keer gaan, erkent zanger/gitarist Jakobsen, maar dat duidt volgens hem niet op een midlife crisis. ,,Dat heeft zo'n negatieve bijklank. Mensen in een midlife crisis gaan vreemde dingen doen, omdat het ze ontbreekt aan zelfvertrouwen. Wij doen wat we al jaren goed doen. En we willen het nu beter doen dan ooit. Ik denk wel dat we te weinig hebben beseft waaraan we begonnen toen we besloten na elkaar twee akoestische platen uit te brengen. Inclusief het schrijven van de liedjes en de aansluitende theatertournee heeft die periode ruim drie jaar geduurd. We hebben ons niet gerealiseerd hoe snel de tijd gaat. Daardoor is misschien de indruk ontstaan dat we alleen nog maar ballads wilden maken en in theaters wilden spelen."
Vandaag (9 oktober 2010), een dag na terugkomst uit Berlijn, begint Bløf aan een tournee langs de belangrijkste Nederlandse popzalen. Slager vindt het wel 'een opwindend vooruitzicht om meteen vanuit de studio het podium op te rollen.' Kennis beschouwt de optredens als een ideale mogelijkheid om de nieuwe nummers uit te proberen. ,,Het voorjaar, als de plaat uitkomt, is pas echt het moment van: hallo, we zijn er weer. De clubtour biedt ons wel de gelegenheid om weer als rockband op te treden. We kunnen wat nieuwe dingen uitproberen. Ik speel bijvoorbeeld steeds meer gitaar. Een nieuwe plaat is een goede aanleiding om de live performance aan te passen. Sommige dingen zijn al jaren hetzelfde. De publieksparticipatie bij 'Meer van jou', dat het publiek gaat meeklappen en meezingen, misschien kunnen we daar eens wat anders voor vinden. De setlijst eens goed aanpassen. Mij bekruipt soms een soort gene. Spelen we ergens en dan denk ik: de vorige keer dat we hier waren deden we voor tachtig procent precies hetzelfde. Ook al vinden de mensen het fantastisch, het is toch goed om te blijven vernieuwen. En om nieuw publiek te trekken. Jongens en meisjes die meezingen met 'Alles is liefde' zie ik bij 'Liefs uit Londen' denken: what the fuck is dit? Dat betekent dat er nog steeds nieuwe aanwas is."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten