dinsdag 18 januari 2011

In de studio (2)

Voor het eerst met twee echte producers in de studio. Lol en opnieuw spanningen bij het opnemen van Boven, in januari 1999 in Brussel. Dit verhaal verscheen eerder in het boek Rijden door de nacht en de PZC van 25 maart 1999.


Het is zaterdag. Bløf verblijft inmiddels een week in de ICP-opnamestudio's in Brussel. Tot dusver zijn vrijwel uitsluitend bas- en drumpartijen opgenomen. Voor zover Paskal en Bas iets hebben ingespeeld, waren dat guides, stukjes voor spek en bonen, om Peter en Chris houvast te geven. Alleen van de nieuwe single, 'Harder dan ik hebben kan' staan op de zang na alle partijen op de band.

Chris en Peter werken aan 'Hand op mijn hart'. Over het intro moeten knopen worden doorgehakt. Iets simpels, zoals het gespeeld werd in de oefenruimte, of nog een beetje aankleden? ,,Stel je een kandidaat voor die bij Bart Peeters op televisie komt'', zegt producer Ronald Vanhuffel. ,,Die vraagt: Dung, dung, dung, dung, klap, welke song is dat?'' Hij ramt met zijn hand op tafel. ,,Bløf. 'Hand op mijn hart'. Om die onmiddellijke herkenning gaat het.''
Chris heeft moeite met het tempo van het nummer. Honderd beats per minute. ,,Het is een rottempo. Het is niet snel en het is niet langzaam.'' Als hij in navolging van Peter (,,Ze hebben gewoon staan kutten'') de door Paskal ingespeelde guide bekritiseert, is de sfeer plotseling even om te snijden.
,,Die laatste maten'', moppert Chris tegen Paskal. ,,Je wist niet hoe snel je alles uit je poten moest laten vallen om weg te wezen.''
,,Wat lul je nou, man?'', reageert Paskal als gestoken. ,,Die partij is gewoon goed ingespeeld.''
Met een frons van 'ja hoor, het is goed' loopt Chris terug naar zijn drumstel.
Paskal kijkt hem met een vuile blik in zijn ogen na.
Vanhuffel probeert de lucht te klaren. ,,Oei, oei. We zitten hier alweer een week. Ik heb wel eens meegemaakt dat een band gesplit is in de studio.'' Paskal, ontdooiend: ,,Dat zie ik bij ons ook nog wel gebeuren. We gooien de drummer eruit.''
Vanhuffel: ,,Aaaah, maggekik dan meedoen? Ik ben daarvoor toch perfect geschikt?''
,,Juist'', antwoordt Paskal. ,,Je moet nooit je drummer uit de band gooien voor je een nieuwe hebt.''
Geluidstechnicus Michel 'Shelle' Dierickx komt met het idee de drumpartij voor 'Hand op mijn hart' sneller in te spelen en de opname dan voor de plaat te vertragen. ,,Dan klinkt het wel iets lager, maar kan Chris met meer agressie spelen.''
Chris probeert het in een hoger tempo. ,,Het lijkt de drummer van Bruce Springsteen wel'', zegt Vanhuffel goedkeurend.
,,Dat is niet erg'', vindt Peter.
Als Chris terugkeert in de controlekamer, voegt Vanhuffel hem toe: ,,Nu alleen nog een pikzwarte bril en je kunt zo bij Springsteen meedoen.''
,,Vind je het erg dat we het zo hebben gedaan?'', vraagt Dierickx. ,,Ben je gek?'', antwoordt Chris. ,,Het resultaat telt.''
De ICP-studio's liggen in de wijk Elsene. Aan de statige huizen is te zien dat het ooit een welgestelde buurt van Brussel moet zijn geweest. Tegenwoordig is het een grauwe, maar rustige arbeiderswijk. Achter een hoge poort in de Emile de Bécolaan ligt de ingang van het studiocomplex verborgen, dat is gevestigd in een oude plasticfabriek. Ernaast staat een hoog huis in witte baksteen. Hier bivakkeren sinds een week de muzikanten van Bløf en de Belgische producers Peter Bauwens en Ronald Vanhuffel. 's Morgens tegen elven verkassen ze naar de studio, waar ze voor middernacht niet meer uitkomen.
Op de eerste verdieping vormen een gecombineerde keuken en eetruimte de toegang tot de B-studio die uit drie grote ruimtes bestaat. In de eerste staan, behalve een aantal gitaren van Paskal, een enorme vleugel en een origineel houten Hammondorgel. De bijbehorende Lesleybox staat in een aparte, geïsoleerde cel. Een raam biedt uitzicht op de controlekamer, met een gigantisch mengpaneel, een computer, toetsen en een balie vol effectapparatuur. Van daaruit is zicht op een tweede inspeelruimte waar op een laag podium Chris' gele drumstel staat opgesteld, omringd door microfoons. Aan de met hout betimmerde wanden hangen kitscherige schilderijen van de rommelmarkt.
Achter een zware deur in de kamer met de piano ligt een trap verscholen die naar een magazijn op de begane grond voert. Dit is de schatkamer van de ICP-studio's. Er valt nauwelijks een instrument of apparaat uit de rockgeschiedenis te bedenken, of eigenaar John Hastry - met zijn sluike zwarte haar en zijn onafscheidelijke leren jack sprekend een lid van The Ramones - heeft het wel ergens op de kop weten te tikken. Marshall- en Vox-versterkers in alle soorten, maten en kleuren, Gretsch-, Fender- en Rickenbacker-gitaren, hij heeft het allemaal in huis.
,,Voor Bløf bestaat er geen betere studio'', meent Vanhuffel. ,,Voor een rockband die af en toe akoestisch wil spelen, staat hier alles wat je je kunt indenken. Jammer alleen dat Paskal links is, want de meeste gitaren zijn voor rechtshandigen. In deze studio hangt een perfecte sfeer. Het mag hier tenminste rommelig zijn en het is niet te groot. Dit is echt dé studio voor Bløf.'' En niemand hoeft geluidstechnicus Shelle Dierickx nog iets te leren, aldus Vanhuffel. ,,Hij heeft met internationale grootheden als The Cure gewerkt. Zo iemand weet wel hoe hij een microfoon moet plaatsen.''
Vanhuffel en Bauwens vullen elkaar aan. De eerste bemoeit zich vooral met de opname van drums, bas en gitaar, de tweede begeleidt het inspelen van de toetsen en de zang. ,,Dat zijn disciplines die we zelf beheersen'', verklaart Vanhuffel. ,,Doordat we met zijn tweeën zijn, kunnen we elkaar aflossen. Concentratieverlies is er tijdens de lange studiodagen dus niet bij. Ik vind het een eer om met Bløf te werken. Ze zitten volledig in mijn genre. Rockmuziek is echt mijn ding. Het is klassieke muziek die voor mij geen geheimen meer heeft.''
De kalende Vanhuffel en de met een lange paardenstaart getooide Bauwens zijn perfecte sfeermakers. Ze doen denken aan stripfiguren van Kamagurka en hun humor is even grof als absurd. Als het tweejarige dochtertje van Bauwens op bezoek is, zegt Vanhuffel tegen haar: ,,Pas op, ik ben een Belg.'' Dol zijn de producers op het logboek dat de muzikanten van Bløf sinds enkele maanden bijhouden. ,,Indien ik een Playboy Bunny zou zijn'', schrijft Vanhuffel daarin, ,,zou ik alle Bløfjongens neuken. Chris voor z'n ritmiek, Peter voor z'n intellect, Bas voor z'n onschuld, Paskal voor z'n passie.''
Bløf moet in 1999 een vervolg zien te geven aan het succes van het album Helder en de singles 'Liefs uit Londen', 'Aan de kust' en 'Wat zou je doen?'. Voor het schrijven van de nummers van Boven is de groep in december 1998 naar Zuid-Frankrijk geweest. In het gehucht Saint Laurent du Verdon is tien dagen een huis gehuurd, waar in volstrekte afzondering is gecomponeerd en geschreven. Met druk op de ketel, want de cd-presentatie stond al geprikt op begin april.
,,Als je het zo bekijkt, denk ik: Wat zijn we een stelletje debielen'', zegt Peter. ,,Maar we hebben geen moment getwijfeld. Een heel jaar lang heb je het razenddruk en op een gegeven moment is die tijd gereserveerd. Dan moet het gebeuren en gebeurt het ook. Het is waarschijnlijk hetzelfde gevoel als voetballers hebben die weten dat ze wereldkampioen gaan worden.'' Bas: ,,Of Barney die denkt: Nu gooi ik een dart in de triple.''
,,Misschien zou je dat inspiratie kunnen noemen'', vult Paskal aan. Voor Boven hebben de bandleden minder samen gecomponeerd dan voor Helder, maar ze hebben wel het idee dat aan de meeste van de zestien nummers die meegaan naar Brussel te horen is dat ze uit één sessie komen. Boven moet directer klinken dan Helder, vindt Peter. ,,Meer vóór in de boxen.''
Paskal zal zich duidelijker dan voorheen als gitarist manifesteren. ,,Als je op Boven een gitaarsolo hoort, moet je ook iemand met een gitaar zien staan. Het wordt geen lichte muziek die zomaar aan je voorbij gaat. We willen opgemerkt worden.''
Bas benadrukt dat afwisseling belangrijk blijft. ,,Rustige en snelle nummers, verschillende ritmes, af en toe een ander instrument erbij. Het is aan onze producers om van die diversiteit toch een geheel te maken.''
Over de nieuwe single zijn platenmaatschappij EMI en Bløf het snel eens geworden. Er is daarmee niet bewust geprobeerd het beeld van hitparadebandje, dat bij een breed publiek over Bløf is ontstaan, te corrigeren en meer als rockband over te komen. Dat zal het album wel doen en als 'Harder dan ik hebben kan' er ook toe bijdraagt, is dat mooi meegenomen.
,,Dat veel mensen ons niet in de eerste plaats als rockband zien, hebben we natuurlijk aan onszelf te danken'', zegt Peter. ,,Dan hadden we vorig jaar maar andere singles moeten kiezen. Ook 'Harder dan ik hebben kan' is weer een ballad, al is-ie steviger dan men van ons gewend is. Het is weer een langzaam nummer, inderdaad, maar een single is een single en als je daarmee geen hit wil scoren, laat het dan maar zitten. Je hóeft hem niet uit te brengen. Wij kiezen gewoon het meest geschikte nummer. Als dat 'Harder dan ik hebben kan' is, wat ik denk en wat iedereen denkt, dan moet die dus uit op single. 'Harder' heeft alles in zich. Het lied wordt opgebouwd tot een rocknummer. Aan het eind wordt aardig uitgepakt op gitaar. In die zin is het nummer een staalkaart van wat er verder op Boven staat. Wat ballads en ja jongens: het kan ook hard.''
Bas: ,,Het is een keuze naar ieders tevredenheid. De platenmaatschappij heeft er belang bij dat wij tevreden zijn met de single, maar wij hebben er ook belang bij dat EMI de single ziet zitten, anders doen ze er niks mee.''
Paskal zingt het liefst 's avonds. Het is na tienen als hij de tekst voor 'Harder dan ik hebben kan' gaat inzingen. ,,Kom maar, vedette'', zegt Vanhuffel als hij de zware studiodeur voor hem openhoudt. Paskal vraagt of alle lichten uit kunnen. Vanuit de controlekamer is hij nauwelijks nog te zien. Dierickx test de apparatuur, terwijl Paskal proefzingt. ,,Jullie kennen hem beter'', stelt Vanhuffel. ,,Klinkt zijn stem nu naturel?''
Bas: ,,Mmmm, dat knisperende achter in zijn keel. Hebben jullie een effect op de microfoon gezet?''
,,Nee.''
,,Dan is het goed.''
Bauwens, gehuld in Nike trainingspak en sandalen, neemt de coaching over. Peter komt naast hem zitten met een tekstvel voor zich. Op elke lettergreep wordt nu commentaar geleverd. Het is zoeken naar een evenwicht tussen maximale verstaanbaarheid en natuurlijk zingen. ,,Oppassen op je w'', waarschuwt Bauwens door de intercom. ,,Die klinkt als een v.'' Vanhuffel: ,,Zing eens wagina.'' Nadat 'Harder dan ik hebben kan' zin voor zin, woord voor woord, via een methode van inprikken op de band is gezet, zingt Paskal ten slotte om één uur 's nachts een take van begin tot eind ononderbroken in. Door de urenlange montage weet hij precies waar hij wat moet doen.
Iedereen komt nog even naar de ruwe opnamen van de nieuwe single luisteren.
Ogen glanzen, vingers tikken mee. Natuurlijk heeft Vanhuffel het laatste woord.
,,Ik ga me er zot op janken.''

Geen opmerkingen:

Een reactie posten